Welke peddel vaart sneller? Hoe lang moet die zijn? Welk materiaal? Welke slag? Dat zijn vragen die vast bekend voorkomen voor de kajakvaarder. Tijdens de workshop 'Peddels en Vaartechnieken' is daar inzicht in gegeven om daarvoor de keuze te kunnen maken die bij jou vaarstijl hoort.
Hier een samenvatting voor wie het gemist heeft.
De lekker lange peddel van vroeger
Waarom is een roeispaan zo veel langer dan een peddel? Ten eerste zijn de slagen van een roeiboot symmetrisch. Aan beide zijden van de boot tegelijk. En met een draaipunt op afstand is dat een hefboom. In de kajak is het asymmetrisch: links, rechts, links, rechts... En direct in het water, dat worden met lange peddels al snel boogslagen. Slingeren dus. En dat is weinig efficiënt. Bovendien is het veel wendbaarder het gewicht zo veel mogelijk dichtbij te hebben. Een gewicht van een aantal kilo is veel sneller te draaien dan een lange halter met het zelfde gewicht. Al die krachten komen direct op onze gewrichten. Om blessures te voorkomen, is een lager gewicht en kortere peddel daarom beter.
Peddel lengte
De juiste lengte van de peddel bestaat uit de lengte van de steel + de peddels. Dus zorg eerst voor een juiste steellengte. Die is afhankelijk van lichaamsbouw in combinatie met de boot.
Ga daarvoor om te beginnen in de boot zitten, en probeer de slag. Zorg dat die comfortabel is: niet te hoog boven het water en ook niet diep onder water. Meet daarbij de lengte van de buitenkant hand tot het blad. Een bredere boot, of een boot waar je dieper of hoger in zit, maken dus ook uit.
Laat de peddel op je hoofd balanceren. Pak vervolgens de steel met beide handen vast, waarbij de onderarmen verticaal staan. Waarschijnlijk doe je dat automatisch. Meet de afstand van de buitenkant van je handen. Tel daar 2x de afstand tot het blad bij op. Dat is de lengte van de steel. Bij een deelbare steel kan je vaak ook de lengte iets bijstellen. Met tegenwind iets korter, met mee lekker iets langer. Zo'n 5cm variatie is meestal ruim voldoende. Bovendien kan daarmee in veel gevallen ook de peddelhoek aangepast worden.
Hop, de gewenste bladen er aan en klaar.
De lengte van een peddel heeft dus niets met de lichaamslengte te maken. Of iemand lange of kortere benen heeft heeft uiteraard niets met je peddel te maken. Wel waar de voetsteunen staan.
Peddelhoek
Vroeger stonden de bladen in een hoek van 90º ten opzichte van elkaar. Het idee was dat daarmee minder wind werd gevangen door het hoge blad en met de draaiing water van het blad werd geslagen. Tot zo ver de theorie. De praktijk was helaas vooral polsblessures (peesschedeontsteking) door die grote draai en waren de theoretische voordelen maar heel beperkt.
De hoek is een stuk minder geworden. Na een tijd 60º is 45º of 30º ook heel gangbaar. Zelfs 15º of 0º kunnen. Probeer zelf fijn uit wat een prettige hoek is. Dat kan per peddel verschillen. Reken niet op vaste hoek per persoon, maar een eigen hoek per peddel. De enige uitzondering is de groenlandpeddel (smalle lange bladen). Die staat altijd op 0º.
Peddelslag
Het efficiënte deel van de slag is vrij kort. Wanneer een peddel te ver voor wordt ingestoken, staat het blad schuin. Wanneer dan al stevig kracht wordt gezet, wordt daar veel van gebruikt om de boeg omhoog te drukken en maar een beetje om vooruit te varen. Een peddel die te ver achter om hoog wordt gehaald zal water scheppen. Lekker gespetter, en vooral kracht die gebruikt wordt in het naar beneden trekken van de achterkant. En weer heel weinig om vooruit te varen. Het meest efficiënte is dus daar tussen, wanneer de kracht hoofdzakelijk wordt gebruikt om vooruit te bewegen. Trek je peddelblad dicht langs de kajak recht naar achteren: dat lukt alleen goed als je je schouders meedraait. Ter hoogte van je heup trek je de peddel weer uit het water.
Wil je sneller varen? Verhoog dan vooral de frequentie van de slagen.
En onthoud: de slag komt niet uit de armen, maar uit de rest van het lichaam. Gebruik je benen en draai op je zitje. Laat je navel 'rondkijken'. En hou de polsen gestrekt naar voren. Wijs met de bovenste hand waar je naartoe gaat. Dan krijg je de grootste voorwaartse snelheid tegen de minste energie en kun je meer genieten van de ongetwijfeld geweldige omgeving waarin je vaart.
Peddelblad
Een wildwaterblad is kort en breed. Dat is om te voorkomen steeds op stenen of de bodem te rammen. Toerbladen zijn langer en variëren in breedte. Voor mensen met minder kracht is een kleiner oppervlakte prettig. Ook hier weer omdat dat bij de lichaamsbouw overeen komt en daarmee blessures voorkomt. En andersom kunnen bladen breder worden met meer oppervlakte. Welk blad is het prettigste? Dat is persoonlijk, ga dat vooral uitproberen. Leen peddels van anderen of vraag bij de winkel.
Heel grof komt de lengte van een europeddel vaak op 205 tot 220 cm. Liever iets te kort dan te lang.
Een laag gewicht van het blad helpt wendbaarder te zijn. Een hoog gewicht maakt de slagen langzamer (hoger traagheidsmoment).
Een groenlandpeddel heeft een heel ander karakter. Manoeuvreren en rollen is daarmee veel eenvoudiger, omdat de peddel symmetrisch is in de lengte als de breedte. Hoe de peddel in het water staat is altijd te voelen aan de zijde waar die wordt vastgehouden. Met een europeddel is het wellicht eenvoudiger op snelheid te gaan varen, maar met de juiste techniek zit er geen verschil in snelheid met de groenlandpeddel. De groenlandpeddel is ergonomisch een aanrader.
De wingpeddel is een verhaal apart. Door de speciale vorm van het blad zorgt voor een optimale grip op het water waarmee je meer vermogen op het water kunt overbrengen (= meer snelheid). De efficiëntie van het overbrengen van kracht in snelheid is hoog. Vooral met wedstrijdboten, surfski's en afvaartboten is dat een voordeel. Deze bladvorm is echter minder fijn bij andere technieken, zoals scullen, rollen en manoeuvreren. Voor toervaren is deze peddel daarom over het algemeen minder geschikt.
Stijfheid
Hoe stijver de peddel en steel, hoe directer de slag op het water wordt overgebracht. Ook hier weer heel lekker om in een wedstrijdboot flink tempo te maken. Die directe overbrenging van kracht gebeurt echter ook aan de andere kant van de peddel, dus op de polsen en andere gewrichten. Wat minder stijf is dus voor de toervaarder een stuk aangenamer.
Tot slot
Probeer verschillende peddels als je de mogelijkheid hebt. Hoe beter je peddel bij jou en je boot past, hoe makkelijker je het voor jezelf maakt.